Leidraad Starten of Verbeteren van een Geriatrische Trauma Unit (GTU) (2025)

Beoordeeld: 19-02-2025

Uitgangsvraag

Hoe moet de postoperatieve zorg en -revalidatie in het ziekenhuis voor oudere patiënten met een heupfractuur worden ingericht?

Deelvraag 1: Welke aspecten van zorg moeten als eerste worden geborgd tijdens de postoperatieve fase en revalidatie in het ziekenhuis voor oudere patiënten met een heupfractuur wanneer geïntegreerde zorg wordt nagestreefd?

Deelvraag 2: Welke aspecten van zorg dragen bij aan optimaal geïntegreerde zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur tijdens de postoperatieve fase en revalidatie in het ziekenhuis?

Aanbeveling

Aanbeveling-1

Overweeg een start te maken met de integratie van zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur, door rekening te houden met de volgende aspecten van zorg:

Mobiliseren

  • Zorg ervoor dat patiënten zo snel mogelijk kunnen starten met mobiliseren, bij voorkeur al op dag 0 (direct postoperatief) indien logistiek haalbaar. Neem hierbij (indien beschikbaar) de adviezen van het preoperatieve consult van de fysiotherapeut mee.

Multidisciplinaire Samenwerking

  • De fysiotherapeut blijft postoperatief nauw betrokken.
  • Consulteer postoperatief de diëtetiek voor ondersteuning van ondervoede of patiënten met een verhoogd risico op ondervoeding.

Continuïteit van zorg

  • Zet postoperatief direct het nazorgtraject in gang en betrek hierbij patiënt en naasten.

Logistiek

  • Richt op de verpleegafdeling bij voorkeur een huiskamer in waar patiënten kunnen samenkomen voor activiteiten en maaltijden om onder andere het dag-nacht ritme te bevorderen en functionele achteruitgang te verminderen.

Aanbeveling-2

Overweeg de integratie van zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur verder te optimaliseren, door rekening te houden met de volgende aspecten van zorg:

Logistiek

  • Richt een GTU in waar er gelijkwaardig behandelaarschap bestaat tussen de chirurgie/orthopedie en klinische geriatrie/interne ouderengeneeskunde en er wordt gewerkt op basis van geriatrische principes, zoals het denken in verschillende assen.
  • Richt op de GTU ook een huiskamer in.

Kwaliteit van zorg

  • Voer een evaluatie uit over de opgetreden postoperatieve complicaties van alle heupfractuurpatiënten. Zoek ook hier de multidisciplinaire samenwerking tussen de chirurgie/orthopedie en klinische geriatrie/interne ouderengeneeskunde op.

Overwegingen

Bij het formuleren van aanbevelingen voor de postoperatieve zorg en revalidatie van oudere patiënten met een heupfractuur is een uitgebreide analyse uitgevoerd. Deze analyse omvat de integratie van stellingen uit een Delphi-studie, gecombineerd met inzichten uit de beschikbare literatuur, waarbij zowel de voordelen als de mogelijke nadelen van elke interventie in overweging zijn genomen. Hieronder volgt een uiteenzetting van hoe deze elementen bijdragen aan de ontwikkeling van weloverwogen aanbevelingen.

1. Postoperatief direct mobiliseren

De Delphi-studie benadrukte het belang van vroege mobilisatie direct postoperatief, met een sterke consensus over de noodzaak hiervan. De literatuur ondersteunt dit, waarbij vroege mobilisatie geassocieerd is met een verlaagd risico op postoperatieve complicaties, een verbeterd functioneel herstel, betere ontslagcijfers en lagere mortaliteit (Kamel, 2003; Sallehuddin, 2021; Siu, 2006). De uitdagingen bij de implementatie, zoals de beschikbaarheid van fysiotherapeuten en de fysieke conditie van de patiënt, vereisen echter aandacht. De kosten voor extra personeel en training zijn significant, maar de potentiële vermindering van ziekenhuisverblijf en langdurige zorgkosten rechtvaardigen deze uitgaven.

2. In gang zetten van nazorg en inrichten zorg op Geriatrische Trauma Unit (GTU)

Het onmiddellijk in gang zetten van het nazorgtraject na de operatie is cruciaal voor een soepele overgang naar de volgende fase van de zorg. Dit kan de noodzaak voor zorg op lange termijn verminderen en daardoor de kosten drukken. Bovendien is er een sterke focus op het bevorderen van een vroegtijdig ziekenhuisontslag (reductie van de verblijfsduur, etc.) om toekomstige zorg aan de toenemende populatie van patiënten met een heupfractuur te kunnen garanderen. Dit alles is gericht op het leveren van de juiste zorg op de juiste plek. Ook geeft een (onnodig) langere ziekenhuisopname een hoger risico op het oplopen van complicaties in het ziekenhuis, zoals infecties.

Hoewel er geen overeenstemming voor de basiszorg was over het standaard implementeren van een GTU, waarbij een gelijkwaardige samenwerking tussen de chirurgie/orthopedie en klinische geriatrie/interne ouderengeneeskunde vooropstaat, wordt dit wel aanbevolen als 'optimale zorg'. De afwezigheid van consensus voor basiszorg is waarschijnlijk te wijten aan de benodigde investeringen, aanpassingen in de infrastructuur, en het feit dat de afzonderlijke elementen van een GTU ook binnen een reguliere verpleegafdeling gerealiseerd kunnen worden.

Daarnaast is er consensus bereikt over het belang van het creëren van een sociale omgeving, zoals een huiskamer binnen een verpleegafdeling (basiszorg) of GTU (optimale zorg), die de waarde van sociale interactie en activiteiten gedurende het herstelproces benadrukt. Het doel van het inrichten van een huiskamer is om het dag-nachtritme te stimuleren, functionele achteruitgang te verminderen, en stimuleren van eten door het gezamenlijk nuttigen van maaltijden (‘zien eten doet eten’).

3. Paramedici

De resultaten van de Delphi-studie lieten zien dat er geen algemene consensus was over het standaard inschakelen van paramedici na een operatie, met uitzondering van fysiotherapie. Met name voor de inzet van diëtetiek is het niet duidelijk of het gebrek aan overeenstemming voortkwam uit de veronderstelling dat diëtetische betrokkenheid al vóór de operatie gewenst is. De werkgroep adviseert diëtetiek als belangrijk onderdeel van de basiszorg voor oudere patiënten met een heupfractuur. Diëtetische zorg moet vanaf een vroeg moment geïntegreerd worden. Dit is vooral belangrijk voor patiënten met een risico op ondervoeding of onvoldoende voedingsinname tijdens opname. Een manier om dit vast te stellen is het postoperatief bijhouden van een voedingslijst. Een tijdige interventie is namelijk cruciaal voor het verbeteren van de voedingsstatus en zelfstandige voedselinname. Hoewel het bewijs voor de effectiviteit van langdurige ondersteuning gemengd of op zijn best van lage kwaliteit is, suggereren voorlopige bevindingen dat eiwitrijke voeding en bijvoeding, gestart voor of direct na de operatie, kunnen helpen om complicaties in het eerste jaar na een heupfractuur te verminderen, de opnameduur te reduceren, zonder een duidelijk effect op de mortaliteit (Avenell, 2016; Williams, 2021; Wyers, 2018).

4. Kwaliteit van zorg

Het maandelijks evalueren van de opgetreden complicaties van alle heupfractuurpatiënten wordt vanuit de Delphi-studie beoordeeld als optimale zorg, maar niet als basiszorg.

De basis voor het evalueren van complicaties is allereerst het structureel registreren van de complicaties tijdens de opname in het EPD. Er moeten werkafspraken worden gemaakt over de verantwoordelijkheid hiervoor, om te voorkomen dat er informatie verloren gaat. Pas als dat gewaarborgd is, kan er een complicatiebespreking worden geïmplementeerd.

Het invoeren van een complicatiebespreking kan bijdragen aan waarborgen van de kwaliteit van zorg en het identificeren van eventuele problemen die zich kunnen voordoen binnen het zorgproces. Dit kan echter alleen gerealiseerd worden wanneer deze bespreking structureel plaatsvindt, met de juiste stakeholders en duidelijk verdeling van verantwoordelijkheden.

Concluderend zijn de aanbevelingen voor de postoperatieve zorg en revalidatie van oudere patiënten met een heupfractuur het resultaat van een grondige evaluatie, waarbij zowel de voor- als nadelen van diverse interventies zijn overwogen. Dit proces omvatte de integratie van inzichten uit de Delphi-studie en relevante literatuur, waarbij speciale aandacht werd besteed aan patiëntvoorkeuren, de haalbaarheid en implementatie van de zorg. Hoewel niet over alle stellingen uit de Delphi-studie consensus werd bereikt, biedt de samenvoeging van deze bevindingen met actuele kennis een stevige basis voor het ontwikkelen van doeltreffende en goed onderbouwde zorgstrategieën.

De nadruk op vroege mobilisatie na de operatie, de essentiële rol van nazorgtrajecten en de inzet van paramedische disciplines onderstrepen het belang van een holistische, multidisciplinaire en transmurale benadering. Deze benadering is gericht op het optimaliseren van het herstel binnen het ziekenhuis en het ondersteunen van de patiënt na ontslag, met de ambitie om de juiste zorg op de juiste plek te bieden. De integratie van sociale zorgaspecten, zoals de inrichting van een huiskamer binnen een GTU, benadrukt verder het belang van sociale interactie en activiteiten in het herstelproces. Door deze aanbevelingen te volgen, streven we ernaar de zorg voor oudere patiënten met een heupfractuur continu te verbeteren en aan te passen aan hun specifieke behoeften en omstandigheden.

In deel 3 van bijlage B is een voorbeeld van een handleiding toegevoegd met betrekking tot het omgaan met postoperatieve wondinfecties.

Bevindingen Delphi-studie

Onderbouwing

Een efficiënt georganiseerde zorgketen voor oudere patiënten met een heupfractuur, vanaf de SEH tot aan het ontslag uit het ziekenhuis, is essentieel. Het postoperatieve traject vraagt extra aandacht, vooral omdat dit een periode is waarin de kans op complicaties verhoogd is. Dit omvat niet alleen de risico's van complicaties zelf, maar ook de gevaren van onvoldoende vroege mobilisatie. Beide kunnen leiden tot negatieve gezondheidsresultaten voor de patiënt. Deze module benadrukt daarom het belang van een zorgvuldige en proactieve benadering in de postoperatieve zorgfase, om zowel de kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren als negatieve uitkomsten te minimaliseren.

  1. Avenell A, Smith TO, Curtain JP, Mak JC, Myint PK. Nutritional supplementation for hip fracture aftercare in older people. Cochrane Database Syst Rev. 2016 Nov 30;11(11):CD001880. doi: 10.1002/14651858.CD001880.pub6. PMID: 27898998; PMCID: PMC6464805.https://doi.org/10.1002/14651858.CD001880.pub6.

  2. Kamel HK, Iqbal MA, Mogallapu R, Maas D, Hoffmann RG. Time to ambulation after hip fracture surgery: relation to hospitalization outcomes. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2003 Nov;58(11):1042-5. doi: 10.1093/gerona/58.11.m1042. PMID: 14630887.

  3. Sallehuddin H, Ong T. Get up and get moving-early mobilisation after hip fracture surgery. Age Ageing. 2021 Feb 26;50(2):356-357. doi: 10.1093/ageing/afaa241. PMID: 33219680.

  4. Siu AL, Penrod JD, Boockvar KS, Koval K, Strauss E, Morrison RS. Early ambulation after hip fracture: effects on function and mortality. Arch Intern Med. 2006 Apr 10;166(7):766-71. doi: 10.1001/archinte.166.7.766. PMID: 16606814; PMCID: PMC3045760.

  5. Williams DGA, Ohnuma T, Haines KL, Krishnamoorthy V, Raghunathan K, Sulo S, Cassady BA, Hegazi R, Wischmeyer PE. Association between early postoperative nutritional supplement utilisation and length of stay in malnourished hip fracture patients. Br J Anaesth. 2021 Mar;126(3):730-737. doi: 10.1016/j.bja.2020.12.026. Epub 2021 Jan 28. PMID: 33516455.

  6. Wyers CE, Reijven PLM, Breedveld-Peters JJL, Denissen KFM, Schotanus MGM, van DongenMCJM, Eussen SJPM, Heyligers IC, van den Brandt PA, Willems PC, van Helden S, Dagnelie PC. Efficacy of Nutritional Intervention in Elderly After Hip Fracture: A Multicenter Randomized Controlled Trial. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2018 Sep 11;73(10):1429-1437. doi: 10.1093/gerona/gly030. PMID: 30204859; PMCID: PMC6132112.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld : 19-02-2025

Laatst geautoriseerd : 19-02-2025

Geplande herbeoordeling : 06-02-2030

Initiatief en autorisatie

Initiatief:

  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde

Geautoriseerd door:

  • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Orthopaedische Vereniging
  • Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Ergotherapie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Diëtisten
  • Osteoporose Vereniging
  • Landelijke Adviesgroep Eerstelijnsgeneeskunde voor Ouderen

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur.

Werkgroep

  • Dr. H.C. (Hanna) Willems, klinisch geriater en internist, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NVKG, voorzitter van de werkgroep
  • Dr. R.A. (Richard) Faaij, klinisch geriater, werkzaam in het Diakonessenhuis te Utrecht, NVKG, vicevoorzitter van de werkgroep
  • Dr. E.R. (Elvira) Flikweert, traumachirurg, werkzaam in het Deventer Ziekenhuis te Deventer, NVvH, vicevoorzitter van de werkgroep
  • Drs. H.H. (Hugo) Wijnen, klinisch geriater, werkzaam in het Rijnstate te Arnhem, NVKG
  • Dr. B.P.A. (Bart) Spaetgens, internist-ouderengeneeskunde, werkzaam in het MUMC te Maastricht, NIV
  • Drs. A.J. (Arthur) Kievit, orthopedisch chirurg, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NOV
  • Dr. H.P.A. (Eric) van Dongen, anesthesioloog-pijnspecialist, werkzaam in het St. Antoniusziekenhuis te Nieuwegein, NVA
  • Dr. N.P. (Nanda) Gubbels, SEH-arts, werkzaam in het St. Antoniusziekenhuis te Utrecht, NVSHA
  • Mw. A. (Agnes) Bruijn-Leemrijse, bestuurslid, werkzaam bij de Osteoporose Vereniging te Den Haag, Osteoporose Vereniging
  • Mw. S. (Sophie) Osseweijer-Bronsgeest, verpleegkundig specialist AGZ, werkzaam in het Spaarne Gasthuis te Haarlem, V&VN
  • Mw. D. (Debbie) Loeters, geriatriefysiotherapeut, werkzaam in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk, KNGF/NVFG

Klankbordgroep

  • Drs. J. (Janita) Minderhoud, huisarts/specialist ouderengeneeskunde, werkzaam bij Laego te Utrecht, Laego
  • Mw. J. (Joyce) Vink, voorzitter bestuur, werkzaam bij de Vereniging Diëtisten Geriatrie & Ouderen (DGO) te Alkmaar, NVD
  • Dr. E.F. (Leonoor) van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde, werkzaam bij Pieter van Foreest te Delft, Verenso
  • Mw. L. (Linda) Vink-van Klooster, beleidsmedewerker, werkzaam bij EN te Utrecht, EN

Met ondersteuning van

  • Drs. E.A. (Emma) Gans, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. J.F. (Janke) de Groot, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Drs. M. (Mischa) Lenaers, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en klankbordgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

Betrokkenen

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Werkgroep

Bruijn-Leemrijse

Bestuurslid Osteoporose Vereniging

Al meer dan 12 jaar met pensioen, alleen onbetaald bestuurslid

Mogelijk: meer bekendheid onze vereniging

Geen actie

Dongen, van

Anesthesioloog-pijnspecialist. Maatschap anesthesiologie, intensive care en pijnbestrijding

Geen

Geen, ter info medeoprichter AGE project St Antonius ziekenhuis, bestuurslid E infuse

Geen actie

Faaij

Vice-voorzitter

Coördinatie/ redacteur van het Handboek GTU

Geen

Geen actie

Flikweert

Traumachirurg Deventer Ziekenhuis

Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie

Voorzitter Clinical Audit Board DHFA

Geen

Geen actie

Gubbels

SEH-arts St. Antonius ziekenhuis

Geen

Geen

Geen actie

Kievit

Orthopedisch chirurg, AUMC, betaald

Geen

Geen

Geen actie

Loeters

Geriatriefysiotherapeut bij Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk, betaald. Secretaris bij Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie, betaald.

Docent Fysiotherapie bij Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, betaald.

Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, onbetaald

Geen

Geen actie

Osseweijer-Bronsgeest

Spaarne gasthuis

Geen

Geen

Geen actie

Spaetgens

Internist-Ouderengeneeskunde, Maastricht UMC+

Geen

Geen

Geen actie

Wijnen

Klinisch geriater Rijnstate Arnhem

Geen

Geen

Geen actie

Willems*

Klinisch geriater en internist, Amsterdam UMC

Wervelfracturen richtlijn NOV, Bestuurder stichting zorgevaluatie en voorzitter werkgroep Leading the change 0,1 FTE. Betaald, hoofd afdeling ouderengeneeskunde. Betaald omvang 0,9FTE

Advisoryboard AMGEN en UCB, gelden werden gedoneerd aan onderzoek van de afdeling ouderengeneeskunde, neergelegd per 2021. Speakersfee voor neutrale nascholingen over osteoporose, welke gesponsord worden door industrie.

FRAIL HIP 2018 gefinancierd door ZonMW (grant 843004120) en Osteosynthese and traumacare foundation nederland (OTC) (grant 2019-PJKP). Reeds afgerond, HW was niet de principal investigator.

Geen actie

Onderwerp van de gesponsorde nascholing valt buiten de afbakening van het handboek.

Klankbordgroep

Minderhoud

Huisarts/specialist ouderengeneeskunde

Bestuurslid van LAEGO

Nee

Geen actie

Van Dam van Isselt

Specialist Ouderengeneeskunde, Pieter van Foreest; 0.5fte

Senior onderzoeker, LUMC; 0.5fte

Geen

Extern gefinancierd onderzoek: ZonMw

Geen actie

Vink

Voorzitter bestuur Vereniging Diëtisten geriatrie & Ouderen (DGO)- Vacatiegelden.

Careyn Dietist Utrecht West werkzaam op de GR, 1e lijn zorg, beleid - loondienst

Netwerk DGO

De leden zijn belangrijk bij de vakinhoudelijke ontwikkeling en de positionering van het eigen specialisme.

Geen

Geen actie

Vink-Van Klooster

Clusterexpertise groep Vaatchirurgie.

Beleidsmedewerker Ergotherapie Nederland.

Geen

Geen

Geen actie

*Voorzitter van de werkgroep

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het betrekken van een afgevaardigde van de Osteoporose Vereniging in de werkgroep. Ook werden er patiënten betrokken in de Delphi-studie, waarvan de uitkomsten de basis voor de leidraad hebben gevormd. Tevens werd deze leidraad ter commentaar voorgelegd aan de Osteoporose Vereniging en andere patiëntenorganisaties zoals de Patiëntenfederatie Nederland.

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz.

Bij de leidraad is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn leidraadmodules op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel. Hoewel de werkgroep wel aanbevelingen doet over een – voor sommige ziekenhuizen – nieuwe organisatie van zorg, is dit geen vereiste of verplichting.

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module Postoperatieve zorg en revalidatie in het ziekenhuis

Geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (tussen 5.000 en 40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

  • Achtergrond en definities
    • Verslag Invitational Conference
  • Toepassen
    • A Implementatieplan
    • B Deel 3
    • Implementatieplan
  • Onderzoek
    • Bevindingen Delphi studie
Leidraad Starten of Verbeteren van een Geriatrische Trauma Unit (GTU) (2025)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Jonah Leffler

Last Updated:

Views: 6030

Rating: 4.4 / 5 (65 voted)

Reviews: 88% of readers found this page helpful

Author information

Name: Jonah Leffler

Birthday: 1997-10-27

Address: 8987 Kieth Ports, Luettgenland, CT 54657-9808

Phone: +2611128251586

Job: Mining Supervisor

Hobby: Worldbuilding, Electronics, Amateur radio, Skiing, Cycling, Jogging, Taxidermy

Introduction: My name is Jonah Leffler, I am a determined, faithful, outstanding, inexpensive, cheerful, determined, smiling person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.